‘Ik wilde er een levendiger verhaal van maken’

Alle informatie van zeventien jaar intensief historisch onderzoek naar vliegtuigcrashes die in de Tweede Wereldoorlog in de gemeente Epe hebben plaatsgevonden, bundelen in een 300 pagina’s dik boek. En de verhalen larderen met onder meer oude foto’s, officiële documenten en plattegronden van destijds en met feitelijke informatie over de toestellen en hun bemanningsleden. Dat zal wel taaie kost zijn, zou je vrezen. Maar niets is minder waar. ‘Gevallen helden’ is een zeer lezenswaardig boek, met onder meer spannende verhalen, boeiende getuigenissen van overlevenden en inwoners van onze gemeente en persoonlijke verhalen over de gesneuvelden.
Wat dat betreft verdient Silvie Kamphuis een compliment voor de wijze waarop ze de ‘tot het plafond’ reikende stapel documenten en aantekeningen heeft verwerkt die haar vader Gerrit met engelengeduld, doorzettingsvermogen en een flinke portie geluk had verzameld. Zeventien jaar heeft hij er over gedaan om alles op een rijtje te zetten.
,,Ik begon met inventariseren hoe veel crashes hier in de gemeente Epe zijn geweest’’, vertelt Gerrit Kamphuis. ,,Nou, 50 jaar na dato, dan denk je: dat is een peulenschil, dat is al lang bekend, maar niets bleek minder waar. Ik stuitte al snel op een probleem: de Duitse toestellen die hier waren neergestort. Daar waren de meningen nogal over verdeeld. Gedurende het onderzoek kreeg ik dagboeken waarin verschillende aantallen werden genoemd. Na veel vijven en zessen hebben we alles toch boven water weten te krijgen. Dat heeft zeventien jaar tijd gekost.’’
In 1995 begon hij zijn onderzoek met een bezoek aan streekarchivaris Gerrit Kouwenhoven. ,,’Je bent al de zoveelste die daar naar komt kijken’, zei hij. Hij had al een apart mapje over vliegtuigcrashes. Over bommenwerpers die hier zijn neergestort was al best veel geschreven; over het algemeen zijn daar veel mensen bij omgekomen, die liggen hier op de begraafplaatsen in Epe en Vaassen begraven. Maar over de neergestorte jagers bijvoorbeeld was heel weinig bekend.’’
Hij werd lid van de Studiegroep Luchtoorlog, die alle crashes in Nederland in kaart brengt. ,,Maar ook daar kwam ik met mijn Duitse toestellen niet verder, er ontbraken er gewoon een stel.’’
In 2007 werd hij lid van Broken Wings, de stichting die zich er onder meer voor beijvert om gesneuvelde bemanningsleden van geallieerde toestellen te eren en de herinnering aan hen levend te houden. Deze stichting richtte een werkgroep op die contacten legde met mensen die getuige zijn geweest van crashes en met overlevenden.
,,Het onderzoek kwam in een stroomversnelling toen we in 2009 op een man stuitten, Jan van der Wal in Valkenburg, die begin jaren ’80 het plan had om een boek over alle crashes in de gemeente Epe te schrijven. Hij had ook samengewerkt met Wolter Noordman in Heerde, die onder meer het boekje ‘Ondergedoken op de Veluwe’ heeft geschreven. Die had in die tijd al enorm veel contacten gehad met nabestaanden in Engeland en Amerika gehad. Voor mij was dat een extra handicap omdat veel mensen ons na 50, 60 jaar zijn ontvallen. Van der Wal had er al wel twaalf jaar onderzoek op zitten. Maar een onderzoek is één, een boek schrijven is twee. Hij vond het eigenlijk welletjes en gaf hij mij zijn hele archief. ‘Doe jij het maar’. Toen had ik dus een schat aan gegevens.’’
Gerrit Kamphuis had voldoende informatie vergaard om aan zijn boek te beginnen, maar moest dezelfde conclusie trekken als Jan van der Wal: het is verdomd lastig om uit zo’n berg informatie een boek samen te stellen. Vooral omdat het nog lezenswaardig moet zijn ook. Hij schreef een hoofdstuk en liet het aan zijn kinderen lezen, maar die lachten hem vierkant uit. Veel te saai, dat leest geen hond, vonden ze. ,,Toen kwam de redster in de nood. Silvie zei: ‘Pa, ik wil je wel helpen’.’’
Korte tijd later vroeg zijn dochter zich al af waar ze aan was begonnen. ,,Ik zei op een zondagmiddag in 2011 ‘Ik kan je wel helpen’, niet wetende wat ik überhaupt aanbood, want in mijn naïeve enthousiasme van dat moment had ik niet overzien dat dat betekende dat ik alle documentatie, informatie, ooggetuigenverslagen, officiële rapporten, waarmee je een stapel kunt maken tot het plafond, moest gaan lezen, inspecteren en analyseren om daar een verhaal van te maken. Ik moet bekennen dat de officiële rapporten van de Engelse RAF en de Amerikaanse Airforce me regelmatig tot slapen hebben gebracht. Maar er was ook een heel andere kant aan het onderzoek en de verhalen en dat waren voor mij de persoonlijke verhalen. Want wat ik me niet meteen realiseerde als ik dacht aan neergestorte vliegtuigen, was dat er per bommenwerper zo’n zeven tot tien jonge mensen in zo’n vliegtuig stapten die allemaal een eigen geschiedenis, een eigen verhaal hebben, die allemaal mensen achterlaten, die bepaalde beweegredenen hadden om dit te doen. En dat is het gedeelte van het schrijven van het boek dat mij heel erg heeft aangesproken. Wat ik dan ook heel graag wilde, is niet alleen een feitelijke droge weergave van: er zijn 20 vliegtuigen neergestort, er zaten zo veel mensen in, dit is het type vliegtuig, daar is hij precies neergestort en dergelijke. Ik wilde er heel graag een levendiger verhaal van maken, dat was ook de manier om het leuk te maken voor mezelf.‘’
Elk hoofdstuk begint met een verhaal over de bemanningsleden van het toestel; wie waren zij, wat bewoog die jonge mensen, wie lieten zij achter. Vervolgens beschrijft Silvie hoe de vlucht is verlopen, wat het doel was en waardoor en hoe het toestel is neergestort, waarbij ze in een aantal gevallen kon putten uit verhalen die overlevenden hebben verteld. Ook is te lezen wat er na de crash is gebeurd, hoe het overlevenden is vergaan, wat omwonenden van de crashplaats hebben meegemaakt. Vooral de verhalen van de overlevenden spreken tot de verbeelding. Die verhalen maken het ,,bijna tot een avonturenboek’’, vindt ook Silvie.
Soms waren de verhalen die overlevenden vertelden strijdig met hetgeen in de officiële documenten staat. ,,We hebben er bewust voor gekozen om één waarheid te kiezen in ieder verhaal.’’ Maar omdat het een historisch boek is, eindigen die hoofdstukken wel met ‘Conclusies en twijfels’, waarin kanttekeningen worden gemaakt en de andere lezing wordt weergegeven.
De illustraties waarmee de verhalen zijn gelardeerd, zijn onder meer dagboekfragmenten van getuigen, pagina’s uit officiële rapporten van onder meer de politie, brandweer en RAF, foto’s en plattegronden uit die tijd, telegrammen, logboeken, persoonsbewijzen, brieven en verklaringen en ga zo maar door; allemaal historisch waardevol materiaal, heel interessant voor iedereen die in de geschiedenis van deze streek, vooral in oorlogstijd, is geïnteresseerd.
Burgemeester Hans van der Hoeve met vader en dochter Kamphuis, met het zojuist uitgereikte eerste exemplaar van het boek ‘gevallen helden’.
De inleiding van het boek eindigt met: ,,Het offer dat de geallieerde vliegers vijf jaar lang brachten is enorm geweest en houdt nog menigeen dagelijks bezig. Alleen al in de gemeente Epe zijn twintig vliegtuigen neergestort en verloren 45 moedige vliegers hun leven. Teneinde dit nimmer te vergeten, is dit het verhaal van deze gevallen helden.’’
Verderop maken Gerrit en Silvie de gedetailleerde balans op: er zijn achttien toestellen neergestort en zeker twee Duitse vliegtuigen hebben een noodlanding gemaakt. Zeven van de achttien toestellen waren van de Engelse RAF, vier van de US Army Airforce en zeven van de Duitse Luftwaffe. Twaalf bemanningsleden werden krijgsgevangen genomen, drie konden met hulp van het lokale verzet ontsnappen. Van deze drie hebben er twee Engeland bereikt. De ander werd na verraad gefusilleerd, samen met enkele verzetsstrijders.
Voor alle volledigheid: niet is bekend wat er met de piloten van de gecrashte Duitse toestellen is gebeurd. Het is niet ondenkbaar dat hun stoffelijke resten nog steeds ergens in de grond zitten.
De samenstellers van het boek met kolonel Mike Peterson van de Amerikaanse ambassade, die het tweede exemplaar van ‘Gevallen helden’ in ontvangst nam.
Bron: http://www.epernet.nl/historie/696-ik-wilde-er-een-levendiger-verhaal-van-maken